donderdag 18 maart 2010

Aalst en Dendermonde

Het onovertroffen symbool van Dendermonde, de trots van elke Dendermondenaar, is het Ros Beiaard.

De Ommegangen zijn zo zeldzaam dat massa’s stadsgenoten er jaren op voorhand naar hunkeren en vele jaren nagenieten. Het schouwspel blijft jong en oud begeesteren.
De trage danspas is de specifieke kadans waarmee het paard door de straten wordt gedragen.
Maar het kan ook sierlijk groeten en onstuimig steigeren.
Als in een roes voeren de dragers hun zware opdracht uit: met een gewicht van meer dan achthonderd kilo beweegt het Ros Beiaard zich lichtvoetig en gracieus. Het kent geen vermoeidheid want helemaal op het einde van de Ommegang, bij het vuurgevecht op de Grote Markt, stormt het als in een furie op zijn belagers af. Dat is pas klasse, Ros Beiaardklasse!
Het Ros Beiaard was in het verleden ook in andere ommegangen in de Nederlanden prominent aanwezig. Toch is de uitvoering van het Dendermondse
Ros een unicum waar de inwoners van de stad nog altijd fier op zijn. Het hoofd is versierd met struisvogelveren in de kleuren van de stad, rood en wit. Het zadelkleed is bordeauxkleurig en aan de boorden van een fijne goud- en zilverdraad voorzien.
Hierboven ligt een purperen dekkleed waarop men de wapens van de stad en van de gilden kan terugvinden. Zijn zwarte paardenstaart is gemaakt uit haar van meer dan dertig paarden.

Van op de grond tot het hoogste gedeelte van het hoofd meet het Ros Beiaard

4,85 meter. Rekent men daar nog de sierpluim bij, dan bereikt het een hoogte van 5,8 meter. Van de neus tot de staart is het Ros 5,2 meter lang. De breedte

bedraagt precies 2 meter. Het houten geraamte bevat drie ruimtes en biedt plaats voor twaalf dragers of Pijnders. Zij krijgen een glansrijke taak uit te voeren: het dragen van het Ros Beiaard.
Hoewel geen enkele bron enige exacte aanduiding over de ouderdom van het huidige hoofd van het Ros Beiaard geeft, wil de Dendermondse traditie dat het nog steeds hetzelfde hoofd is dat eens werd gebeiteld door Lieven Van de Velde. De manier waarop het Ros Beiaard aan zijn hoofd kwam, is een totaal apart verhaal.

De Aalsterse kunstenaar Lieven Van de Velde spendeerde veel van zijn tijd in herbergen. Hij was verslaafd aan alcohol en verwaarloosde zijn gezin. Toen zijn geld opraakte, smeedde hij plannen om een jonge man te overvallen en zijn geld te roven. Helaas bleek hij het verkeerde slachtoffer te hebben uitgekozen en werd hij opgesloten. De rechters veroordeelden hem tot de strop.
Ondertussen werd het nieuws bekendgemaakt dat het Ros Beiaard opnieuw zijn ronde zou maken in de stad van Dendermonde. Er was echter een probleem. Het hoofd van het beroemde Ros Beiaard was door houtwormen herleid tot brandhout.
Er bleek maar één kunstenaar in de stad te zijn die op een korte tijd een nieuw hoofd kon beitelen, inderdaad, Lieven Van de Velde. De stadsmagistraat doet Van de Velde een aantal toegevingen. Zijn lijk zal na de terechtstelling niet tentoongesteld blijven aan de galg, maar begraven worden in gewijde grond. Daar gaat de kunstenaar niet mee akkoord. Hij stelt op zijn beurt een eis. In ruil voor zijn vrijlating zou hij een nieuw hoofd beitelen. En zo gebeurde het ook. Volgens de overlevering leefde Van de Velde nog een voorbeeldig leven. Volgens sommige versies zou men de ogen van de kunstenaar hebben uitgestoken om te vermijden dat hij een tweede dergelijk kunstwerk zou maken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Heemskinderen 2010